Verwarm de oven voor op 180°C.
Kook de linzen in een ruime pan met kokend water tot ze super zacht zijn.
Haal de bladerdeeg uit de verpakking en rol het uit over een bakplaat bekleed met bakpapier. Gebruik je losse vellen leg ze dan iets met de randen over elkaar heen en druk het deeg tegen elkaar aan. Gebruik eventueel een klein beetje plantaardige melk. Prik met een vork gaatjes in het deeg. Smeer de randen in met de resterende plantaardige melk. Zet de bakplaat voor 10 minuten in de oven.
Rooster de pijnboompitjes in een droge koekenpan tot ze rondom bruin zijn. Bewaar ze daarna in een apart bakje.
Fruit de ui samen met de rode peper in een pan voor 4 minuten. Voeg de gemalen peper, komijn, paprika, sumac en koriander toe en bak dit een paar minuten mee.
Voeg vervolgens de linzen toe en schep dit goed om zodat de kruiden, ui en rode peper goed gemengd zijn. Meng het warme water met de dadelstroop en voeg dit toe aan de linzen.
Verdeel het linzenmengsel over het bladerdeeg en zet voor 15 minuten in de oven.
Haal de pitjes uit de granaatappel en snij de peterselie en munt grof.
Haal de linzentaart uit de oven en verdeel de pijnboompitjes en granaatappelpitjes erover. Garneer met platte peterselie en munt.
Lekker met een frisse groene salade.